Dodenherdenking (1 nov.)

Laten we nu van de mensen houden, ze verlaten ons zo snel.
Dan blijven hun schoenen leeg en rinkelt hun telefoon vergeefs …

/ Uit „laten we ons haasten” van Jan Twardowski /

cmentarz

De eerste november is in Polen de dag waarop Polen de graven van hun familieleden en vrienden bezoeken en er dan kaarsen op ontsteken. In deze gewoonte zijn twee afzonderlijke tradities verstrengeld: de populaire katholieke dag van alle heiligen” en de Slavische heidense Dziady” (dziad = de oude zwervende bedelaar) de herdenking van de doden op de tweede november. Het bezoeken van de graven vindt op twee dagen plaats maar slechts deze eerste november is een vrije dag.

Het vieren van Allerheiligen werd in de 8ste eeuw ingevoerd door de katholieke kerk. Eerst om alleen de  christelijke martelaren te eren en later om alle heiligen te eren. Dit feest wordt ook wel in protestantse kerken gevierd (in de anglicaanse en in sommige stromingen van het lutheranisme). De vieringen bestaan uit een speciale dienst en een bijzondere processie langs de begraafplaatsen.

De Poolse traditie heeft deze herdenking samengevoegd met de heidense traditie van Dziady”, die voor hun voorouders op 1 november, de dag vóór de viering van de Dag van de Doden plaats vond. Tegenwoordig hebben de Slaven de Dag der Doden (2 november) samengevoegd met Allerheiligen (1 november), vaak onder de naam Dag der Doden”.

De kern van deze traditie is het geloof dat de zielen van de doden op 2 november de aarde bezoeken en dan met respect ontvangen behoren te worden om hun zegen te krijgen. De heidense Slaven hielden daarom op 1 november – thuis of op de graven – een speciale viering met: honing, grutten, eieren, kutia (oost-Pools voedsel met graan) en wat wodka. Een deel van dat voedsel werd achtergelaten op de tafels, op de vloer of op de graven, opdat de zielen van de doden zichzelf konden voeden.

1024px-ObiataRKP

Dziady” in Pęcice, afbeelding Lesza Ślężyńska

Zwervende bedelaars (de Dziady) werden uitgenodigd om mee te vieren, omdat men geloofde dat ze contacten met de doden onderhielden en hen dus om gunsten konden vragen. Die bedelaars kregen dan speciaal gebakken brood dat een langwerpige vorm had en werd verfraaid met een kruis en met versieringen op de randen. De gewoonte voedsel achter te laten bij de overledenen heeft, in zekere mate, overleefd tot op de dag van vandaag en wordt in het oosten van Polen nog steeds in ere gehouden.

De traditie van de 1ste november in Polen wordt meestal in verband gebracht met de gewoonte om de graven te voorzien van een verlichting met kaarsjes in glas, hetgeen uit het heidense feest van de doden stamt. Zo werd de weg voor de zielen van de Slaven met levend” vuur verlicht.

 Ook in de 16de en 17de eeuw werd dit gedaan. Aanvankelijk alleen op kruispunten, later ook op de begraafplaatsen buiten de steden en dorpen. Deze graflichten zijn een heden daagse herinnering aan de mooie oude Slavische traditie, die tegenwoordig nog wordt beoefend door de meer wereldse kerken in Polen.

Dziady” in Pęcice, afbeelding Lesza Ślężyńska

Vooral bij goed weer is dit een heel fijne en mooie traditie. De verlichte begraafplaatsen zien er prachtig uit in de avond en het is vaak de enige keer in het jaar dat veel familie leden en ook andere kennissen elkaar bij de graven ontmoeten. Herinneringen aan de overledenen worden dan, samen met de zorgen van alle dag, uitgewisseld.

Powązki-begraafplaats in Warschau, graven van verkenners uit de Grijze Rangen die zijn omgekomen tijdens de Opstand in Warschau

Renata Głuszek

Afbeelding: Wikipedia

Lees ook: Het kistportetOverlijden in Nederland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.