De Poolse historische schilderkunst kan niet bogen op prestaties als die van de Nederlandse kunst, maar in één opzicht kent ze wereldwijd haar gelijke niet. Dat is het geval wanneer er sprake is van de kist beschildering, die heel kenmerkend is voor het Poolse adelsrijk van de XVI-XVII eeuw.
Het kistportret werd al in de oudheid bedacht, in het in Egypte van de Ptolemaanse dynastie (de beroemde portretten van Fajum). Na eeuwen werd het, alleen in Polen, hergeboren. Het prototype was klein, mat slechts 18,2 x 13,2 cm, het is een ovale afbeelding van de overleden koning Stephen Batory (die in 1586 stierf), die aan zijn kist was gehecht. Die afbeelding speelde op dat moment geen belangrijke rol, maar de elite vond het waarschijnlijk zo geslaagd dat het in korte tijd een zeer belangrijk onderdeel van de begrafenisceremonie werd.
Stanisław Woysza, 1617
De begrafenisceremonies
Een adellijke begrafenis werd heel zorgvuldig voorbereid, vaak gedurende enkele maanden (opdat ook de familie uit verre plaatsen kon komen), en werd gehouden met een groot vertoon, als een geweldig duister spektakel. De kist werd rond de kerk gedragen, er werden speciale houten poorten, verlicht door fakels, gebouwd en alles werd versierd met skeletten en andere symbolen van de dood. De kosten van dat theatrum funebris waren zo hoog dat de familie soms gedwongen was om voorouderlijke juwelen of zelfs een dorp te verkopen om een begrafenis te bekostigen.
Een belangrijk onderdeel van deze ceremonie was de symbolische aanwezigheid van de overledene: tot aan het begin van de 17de eeuw werd de dode persoon door een dubbelganger gesymboliseerd, gekleed in zijn kleding, later werd die dubbelganger vervangen door een kistportret. Zo’n portret werd aan de voorkant van de doodskist of direct bij de kist geplaatst.
Jan Karol Opaliński, 1695; Museum in Sieraków; afb. Tadan
De kist werd op een catafalque geplaatst, waar omheen heraldische schilden, bedrieglijke tafrelen en decoraties werden geplaatst die de dood (schedels, skeletten) en beelden van heiligen symboliseerden. Een rijkaard kon zichzelf zelfs een luifel veroorloven.
Afb. Łukasz Bednaruk, Archief van het Museum van het Międzyrzeczer Land in Międzyrzecz
Die gehele constructie heette dan castrum doloris, hetgeen “het kasteel van lijden” betekende (dit was echter geen typische Poolse uitvinding). Na de mis werden de portretten in kerken of herenhuizen opgehangen.
De overblijfselen van de edele begrafenis traditie zijn tinnen cartouche epitafen, die op het moment van de begrafenis aan de kist aan de voetenzijde van de overledene werden genageld. In de XIX en XX eeuw werden deze tekens gehecht aan de houten of metalen begraafplaatsen. Ze worden nu nog wel gebruikt op de tijdelijke kruisen die op de graven worden geplaatst tot de grafsteen is gemaakt.
Kistportretten
Het kistportret was in gebruik na het begin van de 17de eeuw (de grootste populariteit heeft het rond 1675), tot aan het begin van de 19de eeuw. Het laatste portret dateert uit 1809. Het werd meestal op een zink- of loodplaat geschilderd, zelden op zilver of koper. Om de verf te doen hechten op die ondergrond werd knoflooksap gebruikt. De vorm en de grootte van het vlak werden aan de dwarsdoorsnede van de kist aangepast. Het was heel kenmerkend een hexagon of een octagon met afmetingen van 40 x 40 cm of 50 x 50 cm, hoewel er ook wel grotere werden gemaakt.
Onbekende man / Jan Gniewosz
De afbeelding van de overledene was heel realistisch – het werd niet verfraaid en weerspiegelde dus persoonlijkheid en aard van de dode persoon. Aangezien het portret in de laatste momenten van het leven of net na de dood is geschilderd, toont het gezicht vaak de sporen van een ziekte. In de 17de eeuw bevatte het portret veel vereenvoudigingen van de gezichtsdetails – van het gezicht en de uitdrukking erop moesten, ook op afstand, goed herkenbaar zijn. De afbeelding is danook vlak en elk perspectief ontbreekt. Verder werd er bijzonder veel aandacht werd besteed aan de ogen – de dode persoon keek direct naar de deelnemers aan de begrafenis en zijn kritische blik is zelfs vandaag nog indrukwekkend.
Piotr Adam Opaliński, 1682; Museum in Sieraków; afb. Tadan
Een belangrijk kenmerk van het kistportret is de grote aandacht voor de nauwkeurige weergave van de details van de jurk (zeer versierd) en haarstijlen. Vrouwen lijken vaak alsof ze naar de bal gaan, ze dragen dure juwelen,
Barbara Domicela Grudzińska, 1675
fascinerend zijn hun hoofddeksels.
Barbara Domicela Szczawińska
Deze schilderijen tonen heel nauwgezet de toenmalige mode.
Ewa Bronikowska, 1672
In de 18de eeuw is het kistportret duidelijk veranderd, de hardheid en eenvoud worden vervangen door een meer verfijnde schildertechniek. Er is driedimensionaal licht, de dode kijkt niet recht voorwaarts en soms glimlacht hij zelfs. De vorm van het vel houdt op met het uiterlijk van de kist weer tegeven en het portret wordt meer decoratief. Het portret zelf is vaak slechts een kopie van de andere afbeeldingen, zodat het niet langer uniek is.
Sokołowska
De artistieke waarde van de portretten op de adellijke doodskisten varieert. Rijkere gezinnen konden zich een goede schilder veroorloven, maar de gemiddelde edelman moest de diensten van niet-geschoolde gildeschilders gebruiken. Door de grote vraag naar die portretten waren er niet genoeg goede kunstenaars om al het werk te doen. Dus sommige portretten zijn uitstekend, maar de meeste hebben geen grote artistieke waarde. Hoe dan ook, ze zijn allemaal mooi, want ze laten echte mensen zien. Het is verdrietig dat er zo veel verloren gingen: ze werden vaak geroofd of tot zilveren munten geslagen.
Onbekende man, Olkusz
Verzamelingen van kistportretten zijn er in de volgende kerken en musea:
- Museum van het Międzyrzeczer Land in Międzyrzecz – de grootste verzameling,
- Nationale Museum in Warsaw, Poznan en Krakau,
- Aartsbischoppelijk Museum in Gniezno en Posen,
- Museum van het Wilanow Paleis,
- Bisschoppelijk Museum van Kerkelijke Kunst in Sandomierz,
- Staats Kunst Verzameling in het Kasteel Wavel,
- Kerken en kloosters in: Krakau, Łowicz, Olkusz, Osieczna, Piotrków Trybunalski, Poznan, Torun, Tuczyn, Wieluń en Wschowa,
- En ook in de Ukraïne: in de Lviv Gallerij en in het Historisch Museum van Lviv.
Chlebowska / Onbekende vrouw, Rawicz
Renata Głuszek
Gepubliceerd: 30 oktober 2017